VROUWEN NIET IN STAAT TOT ECHTE VRIENDSCHAP
De hoogste vorm van
vriendschapsliefde is de liefde voor de ander omwille van de ander, beweerde de
Griekse filosoof Aristoteles. Om elkaar onbaatzuchtig het goede toe te kunnen wensen is
het echter nodig dat je zelf ook goed bent en dus is vriendschap een mannenzaak, concludeerde de wijsgeer plompverloren. Echte vriendschap is zuiver en vrouwen zijn troebel. Vrouwen appelleren aan lagere instincten zoals
seks, en bezitten niet de morele hogere karaktereigenschappen die je nodig hebt om een
edele, belangeloze vriendschap met een ander te kunnen onderhouden, aldus Aristoteles.
Op het
eerste gezicht een seksistische opvatting uit de tijd dat de verheerlijkte platonische
liefde volgens de wijsgeren slechts tussen hogere heren kon bestaan. Als je echter de
literatuur met feministische theorieën over vriendschap tussen vrouwen leest, kun je daar
toch nog iets van de beweringen van Aristoteles in terugvinden. Zo kun je bijvoorbeeld
zijn idee dat vrouwen niet in staat zijn aan zichzelf te ontstijgen in de relatie tot een
ander, vergelijken met de opvatting dat het er in vriendschappen tussen vrouwen vooral om
gaat dat ze bevestiging en herkenning vinden van zichzelf.
uit: PSYCHOLOGIE MAGAZINE NOVEMBER 1999 ©
Vrouwenvriendschappen is een verworvenheid
van feminisme, grote onderlinge verbondenheid in strijd voor meer vrijheid voor vrouwen.
Na de eerste roes, ontstonden er al gauw scheuren in de eenheid en bevochten vrouwen
elkaar te vuur en te zwaard, waardoor mooie projecten ten dode waren opgeschreven vanwege
ruzies, haat, nijd, jaloezie en afgunst.
Susie Orbach ©
(psychoanalitisch psychotherapeute) gaat ervan uit dat vrouwen zijn opgevoed in
versmolten gehechtheid met de moeder (de andere vrouw) en dat ze hun
identiteit ontlenen aan dienstbaarheid aan anderen.
Door de verandering
van hun maatschappelijke rol en functie, komen die aangeleerde dingen in de knel. Afgunst,
jaloezie, wedijver, agressie die vrijkomt doordat de ene vrouw zich sneller, beter
ontwikkelt dan de andere vrouw, meer succes heeft, een goede relatie of juist een gezin
erbij, een kind krijgt, zijn de emoties die daaraan hangen allemaal verboden
emoties voor vrouwen.
Ze worden niet
geacht die gevoelens te hebben, maar hebben ze wel en nemen het zichzelf kwalijk. Reactie:
ontreddering, paniek, schuldgevoel, depressiviteit.
Vanwege de mythe
van de versmolten gehechtheid, zijn vriendinnen of vrouwelijke collegas ook niet
gewend om zulke gevoelens met elkaar te bespreken: kun je in je gewone relatie nog eens
lekker ruzie maken (want dat hoort erbij), met een vriendin hoor je elkaar te begrijpen en
te bevestigen. Negatieve gevoelens ten opzichte van elkaar horen daar niet bij. Vrouwen
zitten midden in een enorme psychologische verschuiving: van geen recht hebben op wat dan
ook en niets krijgen (maar moeten geven), naar iets bereiken en slagen in het leven. Dat
levert behoorlijke innerlijke conflicten op, ook voor vrouwen die er alleen naar kijken.
Voorbeelden:

Orbach ziet afgunst
als schild tegen nog moeilijker gevoelens zoals pijn, angst om iets wat er bij jezelf
ontbreekt, en zo is afgunst te bezien als een wegwijzer van verlangen.
Het verboden gevoel
afgunst komt voort uit het aangeleerde taboe voor vrouwen om iets voor zichzelf te
verlangen.
Het
verbod om te wedijveren (dat is alleen voor mannen) komt voort uit het verbod
voor vrouwen op onafhankelijkheid en zichtbaarheid. Jammer, vindt Orbach, want wedijver is
juist een goed instrument om je eigen individualiteit te bepalen.
Ook woede is voor
vrouwen een verboden emotie, die voor veel schuldgevoel zorgt, want iedereen kent
boosheid. Die woede ontstaat juist omdat vrouwen niet hebben geleerd met verschillen om te
gaan, wat hun een onmachtig gevoel geeft.
Relaties met mannen
geven vrouwen de gelegenheid uit de versmolten gehechtheid te breken, en zo te leren
omgaan met gevoelens van jaloezie, afgunst en wedijver. Het is de kunst om een evenwicht
te vinden tussen onafhankelijkheid en verbondenheid, ook in vriendschap van vrouwen
onderling.

|